Vaas, Antoine de Vink
Vaas met ringen, Antoine de Vink (1924-1992).
Goede staat en gemerkt, hoog 10,5 cm, breed 11 cm.
Antoine de Vinck baron (Kortenaken, 16 april 1924 - Auxerre, 13 mei 1992) was een Belgisch keramist, ontwerper en beeldhouwer.
Biografie
[Na zijn studies filosofie en theologie begon Antoine de Vinck in 1948 met kunst en concentreerde hij zich voornamelijk op tekenen, boekillustratie en houtsnijwerk. Dankzij A Potter's Book van Bernard Leach leerden hij en een vriend, Guy de Sauvage, zichzelf keramiek en bouwden ze een houtgestookte oven. In 1951 en 1952 volgde hij de workshops van de keramist Pierre Caille en de beeldhouwer Oscar Jespers in de Ter Kamerenschool (Ecole nationale supérieure d'architecture et des arts décoratifs) in Brussel. Vervolgens reisde hij door Frankrijk en ontmoette hij pottenbakkers Jean en Jacqueline Lerat in La Borne, Norbert en Jeannette Pierlot in Ratilly en Daniel de Montmollin in Taizé.
In 1954 startte hij zijn eigen atelier in Kraainem bij Brussel, waar hij zijn tweede houtoven bouwde. Nadat hij Barnard Leach had ontmoet, nam hij de taak op zich om zijn boek in het Frans te vertalen. Voor de Wereldtentoonstelling die in 1958 in Brussel werd gehouden, ontwierp hij, in nauwe samenwerking met zijn bevriende beeldhouwer Jean-Paul Edmonds-Alt, een grote keramiekmuurschildering voor het paviljoen van de Unie van de Congo-mijnen.
Van 1960 tot 1975 deed de Vinck naast zijn werk als keramiekbeeldhouwer industrieel ontwerp en raakte hij betrokken bij de World Crafts Council (WCC). Deze ervaring in design paste hij toe op een deel van zijn keramiekproductie, het maken van schalen, vazen, wastafels, asbakken, enz. Zijn sculptuur Arbre (Boom) werd bekroond met een prijs op de internationale keramiekwedstrijd van Faenza.
In 1984 he settled near Treigny, in Burgundy, France. There he took part in the activities and exhibitions of the APCP (The Association of artist potters of Puisaye).
Werk
Antoine de Vinck wordt beschouwd als een van de belangrijkste spelers in de vernieuwing van de keramische kunst in het naoorlogse Europa. Zijn werk omvat stukken aardewerk zoals schalen, potten, kommen, enz., maar ook sculpturen.
Hij was een onvermoeibaar pleitbezorger voor het produceren van werk van hoge kwaliteit door pottenbakkers en paste zijn eisen toe op zijn eigen werk.
"Het object moet zo goed mogelijk zijn doel dienen, terwijl het een lust is voor de zintuigen van de gebruiker. Het gebruik ervan moet op het eerste gezicht duidelijk zijn."
Voor zijn sculpturale werk ontwikkelde hij een techniek voor het in elkaar zetten van kleipanelen, die kan worden vergeleken met een kleermaker die stukken materiaal samenvoegt om een kledingstuk te maken. Hij gebruikte ook mallen waarin hij lagen klei legde om verschillende ontwerpen en texturen te creëren, speciaal voor zijn Stèles (Stèles) en Bétyles (Baetuli). De meeste van zijn werken waren gemaakt van klei, maar hij maakte ook porselein en raku ware.
Omdat de Vinck een bekwaam tekenaar was, gebruikte hij zijn talent bij het bedenken van elk werk en maakte hij vele schetsen waaruit hij later de beste koos.
De inspiratie voor zijn werk vond hij in de oude beschavingen van Afrika, Zuid-Amerika, Azië en het voorchristelijke Keltische Europa. Zijn werken tonen zijn constante bewustzijn van het heilige, dat alle vormen van formele religieuze eredienst overstijgt. Deze polariteit is terug te vinden in de naamgeving van "families" van sculpturen: de "Idols" (uit de late jaren 1970), "Atlantes", "Cippes" (Cippi), "Trophies", "Soul Mirrors", enz.
Tentoonstellingen en musea
Individuele tentoonstellingen vanaf 1951 in Brussel en andere Belgische steden en dorpen, maar ook in Lyon, Hannover, Parijs en München. Een belangrijke overzichtstentoonstelling van zijn werk vond plaats in 1986 in het Koninklijk Museum van Mariemont, België. Postume tentoonstellingen: Het Centre Culturel de l'Yonne in Avallon, Frankrijk in 1993. Het Musée du Grès (Steengoed Museum) in St-Amand-en-Puisaye, Frankrijk in 2007. Antoine de Vinck nam deel aan talrijke collectieve tentoonstellingen in de meeste Europese landen, maar ook in Zuid-Afrika, Canada en Japan. Veel van zijn werken werden aangekocht door de Belgische Staat, door musea en door kunstverzamelaars. Verschillende van zijn werken zijn te zien in de permanente collectie van het Jubelparkmuseum in Brussel.